
Mensen die werken in de opvang van baby’s en peuters zijn goud waard. Maar voelen zij dat ook zo? Wat vinden ze eigenlijk van hun job? Gaan ze met plezier naar het werk? Wat loopt er goed en wat kan er beter?
Nele Van Gils, Kris De Visscher en Els Biessen
Kinderbegeleider is een knelpuntberoep. Politici willen meer mensen motiveren om voor de job te kiezen. Opleidingen kinderzorg willen graag meer leerlingen ontvangen. Organisaties in de kinderopvang willen graag meer kandidaten voor vacatures. Allemaal willen ze het beroep aantrekkelijker maken. Maar hoe doe je dat? Wij zien als eerste stap: grondig onderzoeken hoe kinderbegeleiders vandaag hun job ervaren.
Tot nu toe hebben we een idee over de kijk van kinderbegeleiders op opdrachten die bij hun beroep horen, zoals communiceren met ouders, taal stimuleren of opvoeden voor een duurzame samenleving. Maar hoe ze hun job in zijn totaliteit beleven, dat weten we eigenlijk niet.
Daarom zijn we gestart met een onderzoeksproject waarin we samen met kinderbegeleiders zoeken naar wat hen motiveert, wat hun energie geeft en wat hun jobbeleving positief beïnvloedt. Maar ook welke kansen ze zien om meer uit hun job te halen. Welke elementen van het werk vragen heel veel energie en wat zouden ze graag anders zien?
Om een antwoord te kunnen vinden op die vragen, organiseren we een intensief proces waarin we samen met de kinderbegeleiders taal en beeld geven aan hun jobbeleving. De onderzoekers zullen zich drie tot zes weken verbinden aan één organisatie. Door ongeveer twee dagen per week mee te draaien en te observeren, leren ze de werkcontext kennen. Daarnaast gaan de onderzoekers in gesprek met de medewerkers. Terwijl een van de onderzoekers met een medewerker praat, neemt de andere haar plaats in. Zo belasten we de leefgroep niet te veel. In totaal organiseren we dit proces in zes organisaties, die allemaal een andere structuur hebben, zodat verschillende vormen van het werkveld aan bod komen. Overigens volgen we natuurlijk nauwgezet alle coronarichtlijnen op. Bij codes oranje en rood zullen we onze methodieken aanpassen.
Na dit proces zullen we heel veel beelden en teksten hebben over de jobbeleving van kinderbegeleiders. Dan volgt de stap om de beleving helder en genuanceerd weer te geven. Daarvoor is een tussenstap nodig waarin we ons over al het materiaal buigen. Ook dat doen we samen met de deelnemende kinderbegeleiders. In die stap bekijken we ook alle mogelijke aspecten die de jobbeleving beïnvloeden, van de opvangruimtes tot de lonen, van de contacten met ouders tot het takenpakket. Tot slot zoeken we samen met de kinderbegeleiders naar geschikte vormen om de jobbeleving in al haar nuances tot zijn recht te laten komen. In een laatste stap kijken we welke beleidsaanbevelingen we op basis van dit onderzoek kunnen doen.
In november starten we bij de eerste organisatie. We kijken er erg naar uit om de ervaringen van de kinderbegeleiders te leren kennen.